De huid van mensen, enkel gehuld in zomerkleding met korte mouwen en broekspijpen, werd genadeloos door de hittegolven getroffen. De gruwelijkheid van de brandwonden was onvoorstelbaar. Hoewel de intensiteit van de brandwonden afhing van de afstand tot het hypocentrum, werd in de ergste gevallen de verbrande huid dusdanig gehavend dat deze vanzelf los begon te laten, wat onderliggend weefsel of bot blootlegde.
Een typische eigenschap van de hittestralen is dat enkel de huid die direct werd getroffen verbrand werd. Bij degenen die een pet droegen zou alleen het gedeelte van het hoofd dat bedekt was kunnen ontsnappen aan de brandwonden. De heftigheid van de brandwonden werd tevens beïnvloed door de kleur van de kleding die men droeg. Zo werd de hitte door witte kleding weerkaatst maar zorgde zwarte kleding juist voor zwaardere brandwonden.