Het verschil met een reguliere bom is dat een atoombom radioactieve straling uitzendt.
Deze straling is onzichtbaar maar beschadigt cellen van binnenuit en tast het menselijk lichaam op buitengewoon ernstige wijze aan.
Bij de slachtoffers uitten de schadelijke effecten zich aanvankelijk in onderhuidse bloedingen, diarree en haaruitval maar zorgden jaren na de atoomaanval voor onder andere staar, leukemie, maagkanker en dikke darmkanker.
Het valt niet te voorspellen wat voor ziekten zullen optreden en overlevenden van de atoomaanval leven nog steeds in constante angst voor kanker en leukemie.
De exacte uitwerking die straling heeft op het menselijk lichaam en het milieu blijven vooralsnog onduidelijk voor de wetenschap maar een ding is zeker: het lijden dat die zomer begon zal nooit meer uit het leven van de slachtoffers verdwijnen.